Module 12a – De docent
Deze module is opgedeeld in twee delen en gaat over de rol van een docent en over jouw rol als onderdeel van een team.
Tom kreeg een aantal jaar geleden de gelegenheid om Art Costa te ontmoeten in Londen. Het gesprek was natuurlijk heel leerzaam en inspirerend. Tom stelde Art onder andere de volgende vraag: “Waar moet je mee stoppen om met de Habits of Mind te kunnen beginnen?”. Het antwoord daarop van Art houdt ons vandaag de dag nog altijd bezig:
Wat Art hiermee bedoelt is dat wij moeten stoppen met keuzes te maken voor onze leerlingen en alles te willen beoordelen. Laat het los, ontdek samen mét hen en geef ze de ruimte en de tools om het zelf te doen!
In de klas heeft de docent de taak om te faciliteren in leermogelijkheden. Dit wil zeggen dat hij/zij:
- oog heeft voor spontane leermogelijkheden
- leeractiviteiten ontwikkelt die om HoM vragen
- een cultuur creëert waarin fouten maken normaal is
- nieuwsgierigheid en leergierigheid aanmoedigt
- leerlingen niet voorziet van antwoorden maar de juiste vragen laat stellen
Kijk nu het volgende filmpje:
Beantwoord op je aantekeningenblad de vragen:
- Heerst er in mijn school meer een werkcultuur of een leer-/denkcultuur?
- Wat voor soort vragen stellen leerlingen aan hun docent?
- Is de docent bezig zijn/haar leerlingen te leren wat ze moeten denken of hoe ze moeten denken?
Laat een of twee leerlingen een ochtendje in een klas turven hoe vaak de woorden ‘leren’ of ‘werken’ (of een vervoeging of verbastering daarvan) gebruikt worden. Geeft dit je nog nieuwe inzichten? Noteer deze.
Als je wel eens hebt gevlogen in een vliegtuig dan ken je vast wel de veiligheidsinstructies die het vliegtuigpersoneel demonstreert voor het opstijgen. Ze vertellen waar de nooduitgangen zijn, hoe je het reddingsvest aan doet en wat je moet doen met het zuurstofmasker. Maar het belangrijkste wat ze vertellen is misschien wel dat ouders eerst zichzelf moeten helpen met het zuurstofmasker, zodat ze daarna goed hun kinderen kunnen helpen. Dit druist misschien tegen het gevoel van de ouders in, maar het kan daadwerkelijk een verschil van leven of dood betekenen.
Bij Habits of Mind is het niet zo’n urgente kwestie, maar is het wel zoals in het vliegtuig belangrijk dat een docent verder in ontwikkeling is dan de leerlingen die hij/zij onderwijst. De docent moet als het ware boven de stof staan en over genoeg capaciteiten en tools beschikken om de leerlingen te stimuleren in hun ontwikkeling. Even een voorbeeld. Stel, op jouw school worden de Habits of Mind ingevoerd in groep 3. Deze klas werkt er een jaar mee en het volgende jaar worden de Habits of Mind in groep 3 en 4 onderwezen (en het jaar daarna in 3, 4 en 5 enz.). De docent van groep 4 krijgt dan voor het eerst te maken met de Habits of Mind terwijl de leerlingen in deze groep al in hun 2e jaar Habits of Mind zitten. Dit is riskant om te doen, want ook een docent heeft een hoop te ontdekken, onderzoeken en te ontwikkelen. Wij raden daarom meestal aan om de invoering van Habits of Mind te beginnen in de bovenbouw en naar beneden toe door te werken. Op deze manier hebben de docenten altijd 1 jaar meer ervaring dan de leerlingen die zij onderwijzen.