Les 13b – Vragen stellen

‘ Soms zijn vragen belangrijker dan antwoorden ‘
Nancy Willard

In deze les ga je de habit ‘Ontdekken van problemen en vragen stellen’ oefenen.

Vragen stellen

Goede vragen stellen is niet zo eenvoudig als het lijkt en dat zal je in deze les gaan ondervinden. Om te beginnen willen we dat je een vraag opschrijft die jij in de afgelopen dagen een keer gesteld hebt aan iemand of die iemand een keer aan jou gesteld heeft. Gebruik daarvoor het document: opdracht 5.

We delen graag 4 criteria met je waar een goede vraag aan moet voldoen. Deze criteria kan je gebruiken om de vraag die je zojuist hebt opgeschreven verder te verfijnen. Klik op het plusje om elke criteria te lezen en maak daarna steeds de opdracht.

Een goede vraag

1. Is uitnodigend

Dit begint met een juiste “tone of voice”. Dit is bijvoorbeeld een andere toon waarin je iemand corrigeert. Je spreekt opgewekt en bent nieuwsgierig naar antwoorden. Verder is het belangrijk dat je je vraag in het meervoud stelt. Dit geeft aan dat er niet maar één juist antwoord is, dat je open staat voor ideeën. Bijvoorbeeld: Wat zijn jouw ideeën? Welke doelen heb je? Welke alternatieven heb je overwogen? Ga nu eens terug naar de vraag die je hebt opgeschreven. Is deze uitnodigend genoeg? Pas waar nodig je vraag aan.

2. Is tentatief en open

Het brengt een onzekerheid in onze hersenen waardoor we de mogelijkheid voor alternatieven open houden. Een tentatieve vraag is dus voorzichtig geformuleerd: Wat zouden mogelijke uitkomsten kunnen zijn? Ga nogmaals terug naar je vraag en kijk of je deze nog verder aan kunt passen.

3. Heeft positieve vooronderstellingen

Als je een vraag stelt kan die al iets suggereren. Let daarbij op dat dit geen negatieve vooronderstelling is. Bijvoorbeeld: Heb je een leerdoel? (niet tentatief en niet in het meervoud). Waarom was je niet succesvol? Als je nou had geluisterd..? Een positieve vooronderstelling kan zeer krachtig zijn. Bijvoorbeeld: Wat zijn enkele van de doelen die je voor deze vergadering in gedachten hebt? (Staat in meervoud, de vooronderstelling is dat iemand dit heeft voorbereid. En als dat niet zo is, zal iemand door die vraag daar wel over na gaan denken). Heeft jouw vraag een positieve vooronderstelling? Kijk of je je vraag nog verder kunt aanpassen.

4. Moedigt hogere niveaus van denken aan

Dit bereik je door de complexiteit van je vraag steeds verder te laten toenemen. Je kunt het zien als het bouwen van een fundering van een huis. Eerst leg je een bepaalde basis, vervolgens kun je op de 1e verdieping het proces verder doorlopen en op de 2e verdieping is alles mogelijk, the sky is the limit. Cruciaal hierbij is het gebruik van denkvaardigheden.

Lees nu de hand-out over denkvaardigheden en de verdeling over 3 lagen van een huis. Bevat jouw vraag denkvaardigheden? Kijk of je vraag nog verdere aanpassingen behoeft. Hoe je denkvaardigheden kan verweven in je lesinhoud komt in les 16 van deze module aan bod.

Tot slot de vraag: Welke inzichten heb je opgedaan als het gaat om je eigen luistervaardigheden en het vermogen om goede vragen te stellen? Noteer dit op je aantekeningenblad.

Downloads en links